Autisme

Autisme is een contactstoornis. Dat wil zeggen kinderen die we autistisch noemen maken op een andere manier contact met hun medemensen dan we gewend zijn. Dat is kenmerkend voor het autisme. Verder is er geen ontwikkelingsbeeld zo divers, als het autisme. Ieder kind met autismespectrumstoornis (ASS) heeft daar zijn eigen variant van. Bij geen enkel kind is de gebruiksaanwijzing meegeleverd en kinderen met ASS maken daar geen uitzondering op. Sommige kinderen met autisme zijn ernstig verstandelijk beperkt, ander zijn superslim, zoals bij het syndroom van Asperger. Sommige moeten in een beschermende omgeving verblijven, andere gaan zich redden in de maatschappij. In alle gevallen is het zo, dat de omgeving zich aan moet passen aan het kind met ASS. Andersom, dat een kind zich aan de omgeving aanpast, is niet zomaar te verwachten. Als dat al gebeurt is dat mooi meegenomen. Er is geen therapie die autisme geneest. Er zijn wel maatregelen en behandelingen te verzinnen, die het leven voor een kind met ASS en zijn familie enorm veel prettiger maken. Daar hebben we in het Kindertherapeuticum veel ervaring mee. We kunnen meekijken en meedenken in de begeleiding van dit speciale kind met zijn of haar vorm van autisme.

contactstoornis

Contactstoornissen heeft iedereen wel eens. Wie is niet af en toe even niet helemaal “aangesloten” of mist wel een de boot in het sociale contact. Als een mens moe is, is iedereen een beetje contactgestoord. Als je net heel erg verdiept bent in een boek of een activiteit sta je toch niet op ontvangen. Als de contactstoornis er altijd is en in alle situaties noemen we het pervasief. Het dringt door in alle domeinen van het leven, het hoort echt bij dit kind. Kinderen met een contactstoornis staan niet vanzelfsprekend in dezelfde wereld als hun medemensen. Ze wonen op hun eigen planeet, als het ware. Als de omgeving zich erop instelt zijn ze wel bereikbaar op die planeet. Dan kan het kind ook best leren hoe de mensen op de planeet die we de onze noemen met elkaar omgaan. Ze kunnen leren om “zich te gedragen”, maar helemaal soepel zal het niet worden. In spannende situatie hebben ze weer last van hun contactstoornis.

PDD-Nos

PDD-Nos is een van de vele afkortingen, die vroeger veel werd gebruikt. De P is van pervasief, zoals bij contactstoornis is uitgelegd. DD is van Development Disorder. Het is dus een ontwikkelingsstoornis, niet zomaar een verhelpbaar probleem, maar een stoornis. Nos staat voor niet nader omschreven. Die term komt uit de internationale klassificatie en het betekent dat er niet sprake is van écht autisme, maar van een beeld in het autismespectrum: ASS. Het is veelbetekenend dat er gesproken wordt van een spectrum. Dat komt onder het kopje autismespectrumstoornissen aan bod. Tegenwoordig wordt PDD-Nos weinig meer gebruikt. De nieuwe klassificatie van de DSM V spreekt alleen nog maar over ASS.

Kenmerken van autisme bij kinderen

Kenmerkend voor kinderen met autisme is, dat ze de symbolen van de menselijke communicatie niet aanvoelen. Als mensen contact met elkaar maken scheppen ze voor de duur van dat contact een gemeenschappelijkheid. Door de taal, door de lichaamstaal, door de grapjes en gewoontes is er een “sociale ruimte” waar deze mensen samen in staan. Op een schoolplein zijn er andere gewoontes en is er een ander taalgebruik dan in de klas. En thuis is het weer anders. Als je samen met een ander in die ruimte bent kan je hem of haar begrijpen. Anders niet. Of althans, dan is de kans op misverstanden erg groot. In die gemeenschappelijke sociale ruimte is er oogcontact, wissel je grapjes uit, kan je elkaar plagen, ben je “on speaking terms”. Juist in die sociale ruimte wordt je medemens een mens op wie je kunt vertrouwen, aan wie je wat hebt. En ook omgekeerd: pas in die sociale ruimte word je zelf écht mens. Kleine kinderen met autisme hebben soms de neiging om hun medemens in te zetten als ze dat nodig hebben. Ik kan ergens niet bij, kan je het even voor me pakken? Dat noemen we instrumenteel omgaan met de medemens. We kunnen het natuurlijk niet omdraaien. We kunnen niet stellen dat mensen met autisme niet een écht mens zijn. Natuurlijk zijn ze dat wel, maar een anders echt mens dan andere echte mensen. Zo is het ook een misverstand om te menen dat kinderen met autisme niet partners in een relatie kunnen worden. Een mens is niet zijn handicap, maar hij heeft een handicap. Daar kan je mee leren omgaan. De volhardendheid waarmee kinderen met autisme dat oefenen is ook een van de kenmerken van autisme.

Asperger

Asperger was een Weense kinderarts. Hij heeft het “ziektebeeld” beschreven van intelligente mensen met een contactstoornis. In de DSM V is het syndroom van Asperger ondergebracht bij de grote categorie autismespectrumstoornissen. Het gaat er niet om hoe het heet, het gaat erom dat intelligentie niet beschermt tegen een contactstoornis. Misschien is het wel omgekeerd. Een hele goed intelligentie kan aanleiding zijn om je met je intelligentie en het kennen bezig te houden en niet met je medemensen. In het Kindertherapeuticum begeleiden we een flink aantal kinderen met het syndroom van Asperger. We geven ze waar nodig psycho-educatie. Dat betekent dat we hun goede verstand inzetten om ze te vertellen hoe het in de wereld tussen de mensen toegaat. We kunnen hun zelfvertrouwen ondersteunen door ze een kunstzinnige vaardigheid te leren. Dat kan in de muziek zijn, of in het schilderen of in het ontwerpen. De kunst is een natuurlijke brug tussen twee werelden. Ook tussen de twee werelden waarin een mens moet leven met het syndroom van Asperger.

Autismespectrumstoornissen

Autismespectrumstoornissen is de verzamelnaam voor alle aandoeningen, waarbij een contactprobleem op de voorgrond staat. In de laatste versie van de DSM, het dikke boek met psychiatrische klassificaties, is er alleen nog maar ASS. Dat is opmerkelijk. Kennelijk hebben de auteurs van de DSM begrepen dat de grens tussen de ene vorm van autisme en de andere vorm van autisme een hele vage is. Het is inderdaad een breed spectrum. Dat geldt voor allerlei psychische kenmerken. De intelligentie kan in het hele spectrum van hoogbegaafd tot ernstig beperkt zijn. De overgevoeligheid voor zintuigindrukken is over net zo’n breed spectrum verdeeld. Sommige kinderen met autisme zijn extreem gevoelig voor zintuigprikkels van welke aard dan ook. De meeste kinderen hebben een overgevoeligheid voor de ene prikkel, bijvoorbeeld geluid, en een ondergevoeligheid voor een andere prikkel, bijvoorbeeld aanraking. Sommige kinderen met autisme spreken niet of nauwelijks, andere kinderen houden niet op met praten. We vinden het in het Kindertherapeuticum van groot belang om in kaart te brengen waar bij een kind de gevoeligheden liggen. Dat levert namelijk vaak handvatten op voor de dagelijkse omgang. Als een kind overgevoelig is voor geluid, moet je niet tegen hem roepen, als je denkt dat hij je niet hoort of begrijpt. Dan kan je misschien beter eerst even z’n schouder aanraken, om contact te krijgen. Als een kind overgevoelig is voor aanraking, moet je juist niet aan ‘m komen, maar met woorden of een liedje z’n aandacht vangen. De aanpak is net zo’n breed spectrum als de kinderen zelf met autismespectrumstoornissen.

Therapie

Therapie is bij autisme eigenlijk niet het goede woord. Als je met therapie bedoelt dat je een probleem probeert te verhelpen wekt het begrip verkeerde verwachtingen. Maar therapie in de betekenis van begeleiding, steun, overgangen leren maken, ontwikkelingsstappen zetten en vaardigheden leren is uiteraard wel zinvol. Bij deze vorm van “therapie” hoort ook voorlichting en instructie van de omgeving. Het helpt heel erg goed als de ouders, broers en zussen en leerkrachten van school en begeleiders van de kinderopvang door hebben hoe ze wel en hoe ze niet contact kunnen maken met een kind met autisme. In het Kindertherapeuticum hebben we dat allemaal in huis. Wat elders ook wel met goed resultaat wordt gedaan is een intensieve thuisbegeleiding bijvoorbeeld volgens de Sonrise of de Floortime methode. Er zijn verschillende instanties en instellingen die kinderen met een probleem in het spectrum van het autisme begeleiden. Voor zover de behandeling helend werkt op het kind en z’n omgeving kan je spreken van therapie.

Autisme komt steeds meer voor. Althans, steeds meer kinderen krijgen deze titel. Wij denken, dat we als maatschappij veel kunnen leren van kinderen met autisme. Waar de sociale verbanden onder druk staan, waar de individualisering alsmaar verder gaat is het prachtig dat de kinderen met autisme een hele andere inzet en instelling van ons vragen.

Meer informatie over autisme bij kinderen

Verder lezen? Download de brochure over autisme.

Uw kind aanmelden

Herkent u de symptomen van autisme en wilt u uw kind direct aanmelden? Ga dan naar onze aanmeldpagina:

Kind aanmelden

© Het Kindertherapeuticum | Realisatie website: Webmonnik.nl