De behandeling richt zich specifiek op het sociale en emotionele welzijn van baby’s, peuters en kleuters (0 t/m 4 jaar).

Het kan gaan om verstoringen in het kind, maar ook om situaties waarin de relatie tussen de ouder en het kind bedreigd wordt en de gehechtheidsrelatie onder druk staat.

Mogelijk is er sprake van problematiek bij het kind zelf zoals bijvoorbeeld regulatiestoornissen in gedrag, autisme of emotionele ontwikkelingsproblemen met als gevolg angsten, moeilijk gedrag, huilen, slaap- of eetproblemen. Het kan ook zijn dat de afstemming van de ouder op het kind niet goed verloopt omdat de ouder zelf onzeker, angstig, vermoeid of teleurgesteld is waardoor de ouder niet goed in staat is om invoelend op het kind te reageren.

De essentie van de ouder-kind behandeling richt zich op het bevorderen van de kwaliteit van de ouder-kindrelatie om de ontwikkeling van het jonge kind te optimaliseren. De ouder-kind relatie staat hierbij centraal. Er wordt onderzocht wat de mogelijkheden en beperkingen van het kind en de ouders zijn in relatie tot de opvoedingssituatie om zo vroeg mogelijk risico’s te onderkennen en zo adequaat mogelijk te kunnen behandelen. Ook wordt het kind, naast de ouder, gezien als een actieve deelnemer in de behandeling.

Hoe verloopt een behandeling?

Omdat het om jonge kinderen gaat die nog onlosmakelijk aan de ouder verbonden zijn, zullen zij niet afzonderlijk behandeld worden maar altijd in relatie tot de ouder/primaire verzorger. Zij worden samen in de spelkamer uitgenodigd waarbij de ouder gevraagd wordt met het kind te spelen in de veilige aanwezigheid van de therapeut. Tijdens de nabespreking wordt daarover met de ouders gepraat, met name wat verstoringen in het kind zijn en waar de ouder mogelijkheden en moeilijkheden ervaart in de relatie met het kind. Samen wordt er naar oplossingen gezocht. De frequentie van de therapeutische contacten wordt afgestemd op de mogelijkheden en ontwikkeling van ouder en kind.